Borneo – Nationaal park Gunung Mulu
Mijn lichaam wordt steeds kouder. Ik lig op de tegelvloer op het vliegveld in Kuala Lumpur te wachten op onze volgende vlucht. Alle bankjes zijn bezet. Het is 2 uur ‘s nachts, slapen lukt niet. Onze volgende vlucht naar Miri (Sarawak – Borneo) vertrekt om 08.00u. Te kort om een hotel te boeken, te lang om wakker te blijven. Dan maar een theetje halen in het restaurant met de fijnste bankjes en daar wat dutten ;-).
3-6 mei: Mulu
In Miri moeten we weer zes uur wachten en komen we om 15.00u op plaats van bestemming: Mulu. Het laatste stukje vliegen we met een kleiner propeller-vliegtuig. Het vliegveld van Mulu is erg klein evenals de enige “bagageband”.
Niet veel mensen bezoeken Mulu, het is een klein dorpje naast het grote Mulu Gunung National Park waar, naast het bijzondere park, vrijwel niets te doen is. Eenmaal gesetteld in ons longhouse in Mulu wandelen we naar het National Park.
We zitten twee kilometer buiten het park en de wandeling is goed te doen, ondanks de gebroken nacht. Net voor sluitingstijd kopen we ons toegangsbandje voor de komende dagen. “Als jullie snel zijn, kunnen jullie de vleermuizen nog uit zien vliegen.” We besluiten in volle vaart door het park te lopen. 4,5 km later door een prachtig regenwoud, zitten we voor de Deer Cave, en wat een geluk.. na drie minuten vliegen de ruim 3 miljoen(!) vleermuizen, in een lange sliert welke een half uur aanhoudt, uit de grotopening om te beginnen aan hun avonddiner. Wat een uitzicht, bijna niet vast te leggen. Zie je zwarte puntjes in de lucht op onderstaande foto? Dat zijn slechts een paar vleermuizen!
De volgende dag wandelen we de 8 kilometer lange unguided trail door het park, langs de waterval. We beginnen op een aangelegd pad die al snel overgaat in een ‘off road’ pad, geweldig. We zijn blij met onze fijne wandelschoenen. En de poncho, die weer goed van pas komt. Door de regenval en de zon die door de bomen schijnt, krijgt het regenwoud iets magisch. “We lopen gewoon in f*cking Borneo!”
‘s Middags is het tijd om twee grotten in te gaan. De Long Cave, vernoemd naar de ontdekker: meneer Long (geen grap!) en de Deer Cave. In deze laatste verblijven dus die miljoenen vleermuizen. De grotten zijn werkelijk prachtig vanbinnen, door de grootheid en de lichtinval. Zelfs National Geographic was in dit natuurwonder aan het filmen, dus wie weet zie je ons nog een keer op TV voorbij schuifelen ;-).
Dag twee wordt ook goed benut. Op de fiets naar het park. ‘s Ochtends varen we met een bootjes richting de Wind Cave en Clearwater Cave. Deze grotten zijn zo anders dan de voorgaande, maar zeker niet minder mooi. Jammer dat sommige momenten moeilijk vast te leggen zijn op foto, maar we doen een goede poging..
Na onze lunch zitten we nog steeds vol energie en lopen een andere unguided trail in het park. We komen niemand tegen en ‘ontdekken’ een nieuwe grot die niet afgeschermd is. Na 200 treden omhoog te zijn gelopen, staan we in een donkere grot. Beetje eng, en wie weet gevaarlijk, dus dan maar terug. Later vragen we bij de receptie welke grot dit is, omdat deze niet op de kaart staat. We krijgen te horen dat we daar niet naar binnen mogen gaan, als de overheid hier achterkomt, krijgen we een flinke boete… “Oh but we didn’t go in there, we were just curious”… 😉
We fietsen terug met een adembenemende zonsondergang!
6-8 mei: Kota Konabilu
De dag starten we ‘s ochtends in het park en na de lunch vliegen we, met een mini vliegtuigje, naar Kota Konabilu (KK) in deelstaat Sabah. Eenmaal daar aangekomen blijken we een lot uit de loterij te hebben (not!). Nog bezweet van de hoge temperaturen krijgen we te horen dat onze bagage aan de andere kant van het eiland staat. In de categorie “dit hebben we nog niet meegemaakt” had ik liever een andere ervaring gehad… zonder bagage lopen we naar onze overnachtingsplek, we zijn benieuwd hoe lang dit gaat duren.
Uiteindelijk kopen we de nodige spullen en komt onze bagage 24 uur later. In de tussentijd bezoeken we een moskee en de zondagsmarkt (een aanrader!). Ik ontdek mijn nieuwe lievelingsdrankje: een ananas die opengesneden wordt, even met de mixer en staafmixer erin en drinken maar! Verder is de markt gevuld met lokale souvenirtjes, eten en zelfs honden en katten in te kleine kooien. Het “ik wil er 1 redden” en dus verkoop-gehalte stijgt daardoor aanzienlijk. ‘s Avonds eten we, voor de tweede keer tijdens onze reis, uitgebreid Indisch. Pim heeft hierdoor zijn nieuwe lievelingskeuken ontdekt.
Morgen vliegen we naar Sandakan, waar we o.a.een Orang Oetan rehabilitatiecentrum bezoeken.
Wat prachtig weer allemaal. Genoten van jullie blog en foto’s. Zo te zien (op wat kleine ervaringen na) genieten jullie met teugen! Ik kijk weer uit naar jullie volgende avonturen. Liefs, Sasja
Hallo Pim en jasmijn prachtige plaatjes en mooi geschreven, mooi om te kijken fijn om te lezen.
Fantastisch ik geniet van jullie reis.
Veel plezier we blijven jullie volgen.
Lieve groeten Wilfried en Annemiek