Java – een stukje Nederland
Misschien wist je het al, maar onze volgende bestemming na Singapore is…. Indonesië!
19-20 mei: Jakarta
Vrijdag komen we aan op Jakarta, op internet lazen we gave ervaringen over de treinreis naar Bandung en aangezien we vrij op tijd zijn, besluiten we direct door te gaan naar het treinstation. Ja, Jakarta slaan we inderdaad over. We lezen gemengde verhalen over deze stad en we moeten keuzes maken. Ook al lijkt het alsof we lang weg zijn, één derde deel van de reis zit er al op!
We lazen ook dat je een aantal uren aanwezig moet zijn voordat de trein vertrekt. “Net of het zo druk kan zijn…” zeggen we nog tegen elkaar. Blijkbaar kan dat, want als we aankomen, blijken alle treinreizen voor de hele dag al uitverkocht te zijn. Daar gaat onze zorgvuldige planning. Oké, even schakelen. We ploffen neer bij een soort KFC (de Indonesische remake: de CFC, echt waar!) met internet en stellen ons plan bij. We kopen onze treintickets voor de volgende ochtend en zoeken een slaapplek.
De volgende ochtend verlaten we Jakarta vroeg, maar het blijkt nog een hele trip om van onze slaapplek naar het treinstation te komen. Als er geen verkeer zou zijn, zouden we er binnen vijf minuten zijn. In totaal zitten we drie kwartier in onze taxi en het schiet niet op. Om onze trein niet te missen, vraagt Pim subtiel aan de chauffeur of het niet beter is dat we het laatste stuk lopen. Alleen kan onze Indonesische chauffeur geen woord Engels. Hij reageert alleen met “okay”.. Dit schiet niet op, we checken de route naar het station op internet en komen tot de conclusie dat we inderdaad beter kunnen lopen. Pim vraagt nog een keer subtiel of we nu kunnen betalen en uitstappen, omdat we willen lopen. Weer een antwoord met “okay”. Hij begrijpt ons niet en ik word wat ongeduldig. “We want to get out, we want to walk” zeg ik en geef hem het geld. Uiteindelijk rennen we naar het station (best lastig met 12 kilo bagage op je rug) en halen de trein. Wie had het over ontspannen reizen? 😉
De treinreis naar Bandung duurt 4 uur en het is inderdaad prachtig! We zien het landschap veranderen, van de stad naar krottenwijken, naar rijstvelden en bergen. Wat is Indonesië nu al prachtig. De trein rijdt soms zo vlak langs de hutjes op dat we gewoon naar binnen kunnen kijken. Foto’s maken vanuit de trein is helaas moeilijk, niet door de snelheid (de trein rijdt maar 80 km p/uur), maar door de doffe ramen.
20-22 mei: Bandung
Zaterdagochtend arriveert onze trein in Bandung, we lopen het station uit en Pim zegt: “Ik voel me hier meteen…”, “prettig?”, maak ik zijn zin af. Hij knikt, “ik ook”, antwoord ik. Bandung is vrij druk en groot, maar er heerst een enorme rust, een fijne sfeer en de mensen zijn ontzettend aardig. We waren even vergeten dat deze mensen nauwelijks blanken zien, en voordat we bij het hotel zijn, zijn we al een aantal keren gefotografeerd. Mensen lachen vriendelijk, vragen of ze op de foto mogen en giechelen en stoten elkaar aan als we langslopen. We droppen onze spullen in het hotel, pakken onze portemonnee en daypack en verkennen de stad. Eerst langs wat streetfood tentjes en dan door naar Jalan Braga, de best bewaarde winkelstraat in art deco stijl, ter wereld. Even lopen we door de jaren ’20, dit is zo tof! De Indonesiërs vinden óns dan juist weer tof, want om de tien meter wil er iemand met ons op de foto (Myanmar was er niks bij). Zelfs een straatmuzikant stopt met spelen en zegt in zijn microfoon tegen Pim “you are so tall”. Pim antwoordt nuchter met: “I know”.
We lopen de hoek om. De hele straat blijkt gevuld te zijn met honderden mensen, sommigen verkleed, anderen zijn toeschouwers. Het lijkt een soort parade en we vragen aan iemand wat er aan de hand is. “De bank bestaat 56 jaar en dat wordt gevierd met een gigantische parade”. Oké, 56 jaar… geen 50, geen 60, maar 56… Heerlijk, die logica ;-). Achteraf bleek dat ze dit elk jaar zo vieren! We wachten op de parade die om 14.00uur begint, uiteindelijk wordt het 14.45uur, we kunnen maar niet wennen aan dit niet-westerse ritme. De hitte zal ook een rol spelen ;-).
De parade is kleurrijk, lang en indrukwekkend. Leuk om de lokale kledij te zien en de moeite die mensen hebben genomen om zich zo op te doffen. Grappig detail is dat zelfs mensen die meelopen in de parade ons fotograferen.
Tijd om verder te lopen naar Jalan Cipaganti, een villawijk met veel Nederlandse invloeden. De straat heette eerder de Nijlandweg. We zien inderdaad, aan de andere kant van de wereld, de Nederlandse invloeden.
Via deze wijk lopen we naar het ereveld midden in Bandung. Op deze plek liggen 1415 mensen begraven, vooral Nederlandse oorlogsslachtoffers en militairen uit Japanse concentratiekampen.
Over indrukwekkend gesproken. De hoeveelheid witte kruizen brengen mij kippenvel en tranen. Even staat alles stil. De beheerder van het ereveld is bij ons en geeft ons veel achtergrondinformatie. Zo weten we door de vorm en grootte van het ‘kruis’ iets meer over de desbetreffende persoon (geloof, man/vrouw, volwassene/kind en soms de naam, functie in het leger en leeftijd). Het ereveld wordt goed onderhouden, elke dag wordt er gemaaid en worden de kruizen schoongemaakt. Twee keer per jaar worden ze allemaal opnieuw geschilderd en komen de namen er opnieuw op.
De zon gaat bijna onder, dus tijd om te gaan. Aan het eind kunnen we een map inzien om te kijken of er familie of bekenden van ons liggen. De map is zo dik, dat het besef van de grootheid wederom binnenkomt. We lopen in het donker terug naar ons hotel.
De dag erna zijn we moe, heel moe. We schrikken om half 11 wakker, zo lang hebben we de hele reis nog niet geslapen. We kleden ons aan en besluiten naar Juana Forest Parc te gaan, hier bevindt zich onder ander de “Dutch Cave”. In deze grot schuilde het Nederlandse leger tijdens WOII, en heeft rustruimtes, maar ook ruimtes om gevangenen te ondervragen. Later werden deze ruimtes gebruikt om hydropower op te wekken.
In hetzelfde park bevindt zich een waterval die we graag willen zien. Zes kilometer lopen we de heuvels op, totdat we het park uitlopen. Waterval gemist.. Huh? We snappen er niets van en besluiten terug te lopen. Een paar kilometer terug blijken we een afslag te hebben gemist. We bezoeken de waterval en daarna lopen we terug naar de uitgang. We willen een taxi bestellen, omdat we moe zijn, maar die rijdt er niet.. We moeten weer de hele weg terug. Het bed ligt ‘s avonds extra fijn ;-)..
Geweldig verslag
Dankjewel Falco!