Vast op Flores?
“Hello mister”, “how are you miss?”, “where you from?”, “where you go?”, “mister, mister, hello”, “I love you, miss”, dit zijn slechts een paar zinnen die we dagelijks binnen tien minuten horen als we in het openbaar komen.
Maumere is voor ons een overstapplaats. We hoorden dat we hier de boot kunnen pakken naar Makasar (Sulawesi) voor 16 euro per persoon, vliegen kost 160 euro. De keuze lijkt dan snel gemaakt. De boot is geschikt voor 3000 mensen, maar er worden vaak 5000 mensen mee vervoerd. Echt plek om te zitten of lopen is er niet, o-ver-al zitten mensen (gangpaden, trappen). Sta je op om te plassen of eten, dan ben je je plek gewoon kwijt. Great.. toch besluiten we met de boot te gaan. Tickets kunnen we vooraf niet boeken, dus als we aankomen in Maumere is dit ons eerste doel.
Uiteindelijk vinden we een ticket office waar ongeveer 20 locals voor ons staan. Zij kunnen de vliegtickets niet betalen en dit is voor hun de enige manier om naar Sulawesi te komen. Had ik al gezegd dat de boot maar één keer per week gaat?
We sluiten netjes aan in de rij en wachten. En wachten. Na een half uur gaat, zonder iets te mededelen, het gordijn van het loket dicht. Ik kan door een kiertje tussen de gordijnen kijken en zie het personeel rustig bezig met hun mobieltjes, zittend op een bank. Mijn westerse ongeduldigheid wordt op de proef gesteld. Een local vertelt ons dat de boot vol is, alles is uitverkocht. Ze rijdt weg met haar scooter om na een paar minuten terug te keren. We kunnen met haar meerijden naar een andere ticket office, we besluiten mee te gaan.
Als we daar aankomen, horen we al vrij snel dat de boot echt vol zit. Shit. We kijken naar vliegtickets, maar ook die zijn uitverkocht voor de komende drie dagen(!). En nu dan? Een local vertelt ons dat we ons geld achter kunnen laten, mochten er tickets vrijkomen, dan hebben we die direct gekocht. We laten ons geld en gegevens achter en worden rond 16.00u gebeld.
Om 16.30 hebben we nog niks gehoord en bellen zelf. Ondertussen hebben we naar alternatieven gekeken om verder te komen, maar we vinden niks. Het telefoontje levert niks op, of we over een uur terug willen bellen. Uiteindelijk horen we dat de boot echt vol zit (joh!) en we halen ons geld op. Althans, ze komen met een alternatief. We kunnen ons geld weer achter laten en morgenvroeg terugkomen.
We zijn in totaal anderhalve dag bezig geweest met het regelen van de boot waar we nooit op hebben kunnen zitten. Het meest zuur vind ik het nog voor de locals die ook niet mee kunnen. Wij hebben het geluk dat we nog met het vliegtuig kunnen gaan (al betalen we de hoofdprijs, moeten we een paar dagen wachten en moeten we onze planning aanpassen). De locals moeten een week wachten in de hoop dat ze dan wel een plekje op de boot hebben.
Een vliegticket boeken lukt ook niet direct. We hebben geen Indonesische creditcard en gaan naar het vliegveld om daar een ticket te kopen. Via via worden we geattendeerd op een kleine vliegtuigmaatschappij die sinds een paar maanden een directe vlucht naar Sulawesi heeft. We hoeven dan niet over te stappen op Bali en de prijs is ook veel aantrekkelijker. Daarnaast kunnen we over drie uur al vertrekken. Perfect.
We boeken de vlucht en wachten. We lezen wat op internet en komen er dan achter dat deze vliegtuigmaatschappij nog vliegt met Nederlandse Fokkers uit 1995 en de maatschappij op de zwarte lijst staat. Soms moet je een risico nemen… Twee uur laten landen we veilig in Sulawesi.
We besluiten direct door te reizen. We nemen de nachtbus, en twaalf uur later zijn we in Tana Toraja. Even slaap ik bij in ons hotel (ik word denk ik nooit een fan van nachtbussen) en daarna vertrekken we op de scooter om de omgeving te ontdekken.
Langs traditional villages, tussen de rijstvelden. Dit eiland heeft (zelfs na Flores) de mooiste natuur die we ooit hebben gezien. Groener dan groen, vergezichten waar geen eind aan komt, mooie weggetjes, rijstvelden met rotsen en leuke dorpjes. Als echte toeristen bezoeken we het bekende Jezus beeld dat deze omgeving rijk is. Met 40 meter hoogte is deze Jezus nog groter dan die in Rio de Janeiro, en daarmee de grootste van de wereld.
Ook indrukwekkend aan deze omgeving is de manier waarop de locals omgaan met overledenen. In andere dorpen zagen we al grafstenen in de tuin en rondom het huis. Hier worden speciale huisjes gebouwd waar de overledene soms zeven jaar (!) in ligt. Ook worden mensen hier begraven in stenen en rotswanden. Prachtig om te zien. Deze middag bezoeken we kindergraven die wel duizend jaar oud kunnen zijn.
Morgen gaan we op stap met een lokale gids en een Franse medereiziger die we in de nachtbus ontmoet hebben en bezoeken we een traditionele begrafenis. See you next time!
♡♡♡ leuk om weer een berichtje te lezen!!! Genieten! Echt mega mooi!
Liefs Rob en Angela